Project 3: Waterwratjes: Niets aan (te) doen of toch wel?

Waterwratjes zijn niet ernstig, maar kunnen wel jeuken of ontsteken. Sommige kinderen hebben er heel veel, vooral als ze ook eczeem hebben. Meestal wordt geadviseerd om af te wachten, maar het kan lang duren voor ze allemaal weg zin. Ook komt het voor dat tegen kinderen met waterwratjes (of tegen hun ouders) gezegd wordt dat ze niet in het zwembad of op de crèche mogen komen. Zou een behandeling met bevriezen of wegschrapen op een moment dat er nog niet zoveel wratjes zijn, kunnen helpen?

Waterwratjes (Mollusca contagiosa) komen vooral voor bij kinderen tussen de 1 en 14 jaar. Het is een onschuldige huidaandoening die veroorzaakt wordt door een virus. Maar waterwratjes kunnen jeuk geven en na krabben gaan bloeden en ontsteken. Kinderen die eczeem hebben, krijgen de wratjes vaak op de eczeemplekken omdat het virus daar de huid kan binnendringen.

Na verloop van tijd maakt het lichaam antistoffen tegen het virus en dan verdwijnen ze. Maar dat kan wel eens lang duren: gemiddeld ruim een jaar, maar soms langer.

Waterwratjes: Niets aan (te) doen of toch wel? - Fonds Alledaagse Ziekten

De waterwratjes worden wel behandeld met bevriezen met vloeibare stikstof of ze worden weggeschraapt met een zogenaamde scherpe lepel. Beide behandelingen zijn pijnlijk en omdat de wratjes ook vanzelf weggaan (ook al kan dat lang duren) wordt er in Nederland meestal voor gekozen om af te wachten.

Maar als je vroeg behandeld, voordat er heel veel wratjes zijn ontstaan en kan dat misschien voorkomen dat de wratjes zich uitbreiden of ontstoken raken door krabben.

Dat gaan huisartsen van het Leids Universitair Medisch Centrum nu onderzoeken. Kinderen van 5 jaar en ouder, die niet meer dan 10 waterwratjes hebben, wordt gevraagd of ze meedoen willen aan een onderzoek waarin 3 behandelingen vergeleken worden:

    • Bevriezen met vloeibare stikstof
    • Wegschrapen nadat een verdovende crème is opgebracht
    • Afwachten

Na een half jaar wordt gekeken in welke groep de meeste kinderen zijn genezen, dat wil zeggen, geen wratjes meer hebben. Ook kijken de onderzoekers naar bijwerkingen van de behandelingen: pijn, jeuk, blaren, ontstekingen.